Aanslagen door explosies en ontploffingen

Leestijd: 2 min

In 2023 hebben er 209 aanslagen door explosies en ontploffingen in Amsterdam plaatsgevonden. Daarvan waren er ook tientallen bij huurwoningen van woningcorporaties, en een klein deel bij bedrijfspanden. Al die aanslagen hebben een enorme emotionele impact op huurders en omwonenden en het veiligheidsgevoel in de buurt. Zo moeten bewoners in ernstige gevallen hun thuis verlaten, om tijdelijk elders ondergebracht te worden totdat de schade in en/of aan hun woning is hersteld. Getroffenen en omwonenden zijn merkbaar aangeslagen door deze incidenten, om deze reden is slachtofferhulp ook altijd in de buurt aanwezig om bewoners op te ondersteunen.

Corporaties hebben hun handen vol aan de nazorg van deze incidenten. De toename van dit soort aanslagen is heel groot en ze komen in alle delen van de stad voor. Daarom voelt het ook wel eens als dweilen met de kraan open. Vanwege de schade aan gebouwen, maar vooral vanwege de veiligheid van bewoners, is het van belang dat deze aanslagen stoppen. Daarom overleggen we met o.a. gemeente en politie hoe we dit kunnen voorkomen en wisselen kennis uit. Corporaties kunnen bijvoorbeeld meldingen doen als we iets vermoeden om daarmee aanslagen door explosies en ontploffingen te voorkomen. 

De kosten van deze aanslagen voor corporaties lopen ook enorm op. Deze kosten variĆ«ren van 10.000 euro tot 40.000 euro per woning, zoals vernielde entrees, deuren, kozijnen, brievenbussen en schade in het huis. Het kan flink oplopen als er bijvoorbeeld brand uitbreekt en woningen onbewoonbaar raken. Dan spreek je al snel over tonnen aan schade. Daarnaast zetten we extra personeel in voor nazorg in de wijk en aan bewoners en herstel van werkzaamheden. 

Voor de preventie en de nazorg willen we de samenwerking intensiveren met partijen als de gemeente en de politie. Samen willen we onze inzet optimaal benutten om bewoners goed op te kunnen vangen in de nazorgperiode, waarbij we samen zichtbaar en aanwezig zijn in de buurt. Daarnaast zoeken we naar nieuwe manieren om bij te dragen aan en te experimenteren met preventieve maatregelen. Dit doen we door meer met elkaar in gesprek te gaan, van elkaar te leren, en een gezamenlijke aanpak te realiseren.   

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Lars Hartmans; hartmansafwcnl